expositie: Kunst van Eibergse bodem

Nederlandse mummies

Aan de rand van de Achterhoek ligt onder de rook van Hanzestad Zutphen het mooi dorpje Almen. Midden in het dorp staat de middeleeuwse kerk, bekend uit het gedicht “De Hoofdige Boer” van dichter A.C.W. Staring. Minder bekend is dat zich onder het koor van de kerk een heel bijzondere grafkelder bevindt, een zogenaamde crypte. Het is echter de inhoud van die crypte die het dorp en de kerk tot een echt unieke plek in Nederland maken. In de crypte liggen namelijk natuurlijke mummies!

De mummies zijn de overledenen van families uit twee adellijke huizen bij het dorp, die daar vooral in de 18de eeuw werden bijgezet. Dankzij een vernuftige constructiewijze is in de crypte sprake van een natuurlijk ventilatiesysteem, waardoor de menselijke lichamen op natuurlijke wijze uitdroogden tot mummies. In de crypte staan nu nog achttien goed bewaarde doodskisten met daarin goed bewaarde menselijke lichamen. In 2019 startte een onderzoeksproject naar de crypte en de mummies. Archeoloog en fysisch antropoloog Norbert Eeltink, die ook werkzaam is voor Museum de Scheper in Eibergen, heeft de wetenschappelijke leiding over het project.

Op vrijdag 16 juni geeft Norbert een lezing over deze Almense mummies in het kader van de Nationale Archeologiedagen.

De lezing wordt gegeven in de filmzaal van Museum de Scheper en er is slechts plaats voor 30 personen. Men kan zich telefonisch of schriftelijk via email aanmelden: tel. 0545-471050 – email: info@museumdescheper.nl

Aanvang 19.30 uur, entree € 5,00 – donateurs en vrijwilligers € 3,00.

Inclusief koffie/thee/frisdrank.

Prehistorische urnen komen thuis.

Aan het begin van de twintigste eeuw werden bij heideontginningen in Eibergen prehistorische urnenvelden opgegraven door archeologen van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De urnen die ze vonden, namen ze mee naar hun museum in het westen des lands. Nu, een eeuw later, zijn de urnen weer thuis in Eibergen: in Museum de Scheper.

In de zomer en het najaar van 2022 organiseerde het Eibergse Museum de Scheper een grote en goed bezochte expositie over de prehistorische grafheuvels en urnenvelden in de omgeving. Het museum beschikt zelf over een rijke collectie archeologische voorwerpen waarmee de expositie kon worden ingericht. De tentoonstelling was echter ook een goede aanleiding om de Eibergse urnen die al een eeuw lagen opgeslagen in het depot in Leiden aan het publiek te tonen. Het Rijksmuseum van Oudheden reageerde zeer positief en werkte van harte mee om dit mogelijk te maken. Zo kon het gebeuren dat begin juli 2022 twaalf duizenden jaren oude urnen, schalen en bijpotjes die honderd jaar waren opgeborgen in het Leidse depot op reis gingen, huiswaarts naar Eibergen.

Gedurende de expositie raakten bestuur, medewerkers en vrijwilligers van Museum de Scheper er steeds meer van overtuigd dat deze bijzondere bodemschatten niet weer opnieuw in een ver depot zouden moeten worden weggeborgen, maar voor het publiek zichtbaar zouden moeten blijven op de grond waar ze uit komen, in Eibergen. Het Eibergse en Leidse museum gingen in overleg en kwamen in zeer hartelijke samenwerking snel tot een overeenkomst. Het prehistorisch aardewerk kon in Eibergen blijven als de vitrines voldeden aan de normen die in Leiden worden gehanteerd. Nu had Museum de Scheper in 2022 net de afdeling Prehistorische Archeologie helemaal vernieuwd en heringericht, waardoor met een beperkte aanpassing snel een nieuwe en veilige plek voor de voorwerpen kon worden gerealiseerd.

Op donderdag 23 maart werd de vernieuwde vitrine ingericht door collectiebeheerders Nikè Haverkamp en Anne van der Veen van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en archeoloog Norbert Eeltink van Museum de Scheper. De bijzondere voorwerpen zijn vanaf nu voor het publiek te zien.

“Inertia”- expositie van Frederik Roes t/m 29 april

Vanaf heden tot en met 29 april exposeert museum de Scheper enkele schilderijen uit de serie Inertia van de Eibergse kunstenaar Frederik Roes.

Frederik Roes (1946-2016), geboren in Eibergen, werkte voornamelijk met diverse zwarte tekenmaterialen op papier. Daarnaast maakte hij kleine brons sculpturen. Het thema was steeds: tragiek en komedie van het menselijke bestaan. Zijn leven werd getekend door ziekte en tegenslag, maar de kunstenaar ging vol humor zijn volstrekt eigen weg.

Zijn vrouw Ellen zei ooit over hem: “Hij is behept met een extreme gevoeligheid voor alles wat geen kracht vertegenwoordigt, voor mensen, dieren en dingen die machteloos zijn overgeleverd aan hun lot”.
Deze gevoelens blijken ook uit de serie zwart/wit schilderingen Inertia oftewel schijnkracht. De menselijke gestalte en ook wel landschappelijke elementen werden door hem gebruikt zoals een componist het notenschrift hanteert, los van begrippen als figuratief of abstract.

Het werk van Frederik Roes bevindt zich in diverse particuliere en publieke collecties en een gedeelte is tot 29 april te bezichtigen in museum de Scheper.

kamer burgemeester

Historische Kring Eibergen

De Historische Kring Eibergen (HKE) vormt op dit moment een gezelschap van ruim elfhonderd personen die de belangstelling voor de geschiedenis van Eibergen, Beltrum en Rekken gemeenschappelijk hebben. Het initiatief tot de oprichting van een historische vereniging werd genomen in 1985. De aanleiding daarvoor vormde de wens om de verschillende naast elkaar bestaande activiteiten op het terrein van de plaatselijke en regionale geschiedenis te bundelen. Een oudheidkundige vereniging zou zo’n geschiedenis nog beter kunnen bewaken.

Op 27 november 1985 kwamen de initiatiefnemers en een aantal belangstellenden bijeen in hotel De Kroon in Eibergen voor de oprichtingsvergadering van een oudheidkundige vereniging. Als naam van de vereniging werd gekozen Historische Kring Eibergen. Aanwezig waren ook vertegenwoordigers van verwante verenigingen als de Stichting De Mallumsche Molen, de Stichting Oud-Beltrum, de Stichting Eibergen in de wereld van het boek, de Vereniging Rekkens School- en Volksfeest, de Zwolsche Feestvereniging en de Stichting museum de Scheper (i.o.). Tijdens de vergadering werd een voorlopig bestuur aangewezen dat bestond uit de leden van een werkgroep die zich tot dusver met de oprichting hadden beziggehouden, op de foto van links naar rechts H. (Herman) G. Schepers, B. (Bennie) H.M. te Vaarwerk, E.H. (Hennie) Wesselink, J. (Johan) Baake en G. (Ger) Dijkstra.

Het voorlopig bestuur ontwierp statuten en een huishoudelijk reglement, verzorgde de eerste uitgave van het verenigingsblad Old Ni-js en organiseerde een eerste officiële ledenvergadering in het voorjaar van 1986. Hier werd ook een definitief bestuur gekozen. Hadden zich op de vergadering in november 1985 al 35 personen als lid aangemeld, op 31 december van dat jaar was het aantal leden al gestegen tot 59. Zo blijkt uit de ledenlijst achterin de eerste uitgave van Old Ni-js van januari 1986. Op 24 juni 1986 verschenen de heren E.H. Wesselink en B.H.M. te Vaarwerk bij de notaris om de statuten van de vereniging vast te stellen (deze statuten vindt u op Statuten. Uit die statuten spreekt welke ambities de vereniging en haar bestuursleden koesterden (… en nog steeds):

1. De vereniging stelt zich ten doel het bestuderen van de plaatselijke en regionale geschiedenis en het (mede)organiseren van activiteiten in historisch verband, alles in de ruimste zin des woords.
2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door:
a. het houden van lezingen;
b. het (doen) uitgeven van publicaties;
c. het organiseren van (mede)activiteiten in historisch verband; en
d. het ontwikkelen van historisch besef en gevoel bij de plaatselijke bevolking.

(op 31 oktober 2008 zijn de twee volgende activiteiten notarieel toegevoegd)
e. het in eigendom verkrijgen, vervreemden en bezwaren van registergoederen en roerende
goederen met historische waarde;
f. het (laten) gebruiken van de in sub e vermelde goederen door derden.

De ambities onder a t/m f geconcretiseerd: tijdens ledenvergaderingen worden sprekers uitgenodigd, zo’n vier keer per jaar verschijnt het eigen orgaan Old Ni-js, maar ook andere publicaties komen tot stand vanwege de HKE. De vereniging organiseert in samenwerking met het museum de Scheper ieder jaar een filmfestival en neemt deel aan de nationale Open Monumentendag en de Eibergse Boekenmarkt. Bij de vaststelling van straatnamen speelt de vereniging ook een rol.

De HKE in onroerend goed.
Eind 2007 kwam de HKE in het bezit van de bouwmaterialen van het afgebroken boerderijtje de Jappe, het onderkomen van de laatste Eibergse vrachtschipper op de Berkel, Gerrard Wolfs (1857-1930). De vereniging heeft in maart 2010 dit boerderijtje overgedragen aan de eigenaar van Camping De Vlierhof in Eibergen. Daar werd het onderkomen van Wolfs herbouwd. Bij het menu ‘foto’s’ ziet u in beelden een overzicht van de herbouwwerkzaamheden vanaf november 2011. Begin zomer 2012 is het boerderijtje op de camping in gebruik genomen als gastenverblijf.

Bezoek ook eens de website van de Historische Kring Eibergen (HKE) voor heel veel historisch materiaal www.historischekringeibergen.nl