Boerderij “de Vuurrever”
In 1989 zou de Vuurrever in Haarlo afgebroken worden. Dit trok de aandacht van Herman Schepers. Aangezien het toenmalige museum De Scheper al tijden met een steeds groter ruimtegebrek kampte, attendeerde dhr Schepers het gemeentebestuur op de mogelijkheid het boerderijtje te laten herbouwen in Eibergen en in te richten als museum. Als locatie stelde hij de achtertuin van muziekschool de Triangel voor. Terwijl de gemeente dit in overweging had, verzekerde Herman Schepers zich van fondsen en hulp van vrijwilligers om de afbraak en herbouw te realiseren.
Het Eibergse slopersbedrijf Penterman bood aan dat boerderijtje gratis af te breken. Geholpen door een tiental vrijwilligers werd dit werk in drie weken geklaard. Alle materialen werden genummerd en opgeslagen, wachtend op herbouw in het centrum van Eibergen. Behalve over de herbouw van de Vuurrever werd beraadslaagd over het geschikt maken van het herenhuis Grotestraat 41 als museum. In de volksmond wordt dit huis de villa van tante Betsy genoemd; zij had het aan de gemeente geschonken op voorwaarde dat het een culturele bestemming zou behouden. Eerst was het muziekschool en basis van de Unie van Vrijwilligers, UVV.
Op 6 juli 1993 stelde de gemeente Eibergen een bedrag beschikbaar voor een plan in twee fasen. De gemeente werd eigenaar van de collectie. Daarbij werd aangetekend, dat het gebouw de Vuurrever onderdeel is van de collectie. Begin 1994 werd de bouwcommissie geïnstalleerd en in april begon het graafwerk. De bouwploeg legde de fundering en metselde de buitenmuren op. Een bijzondere gebeurtenis was het richten van de gebinten met mankracht.
Op 17 juni 1994 mocht Herman Schepers de eerste steen leggen. Op 8 juli werd het hoogste punt bereikt en twee weken later vond het pannenhangen plaats. Dit werd volgens oud gebruik gevierd met het drinken van een borreltje en het eten van het pannenmaol. Nog voor de bouwvakvakantie was de boerderij glasdicht. In het najaar werden de binnenwanden gevlochten en met leem uitgevlakt. Daarna kwamen de vloeren erin. Op 8 november 1994 herleefde een vrijwel vergeten plaatselijk gebruik. De vloer van de weefkamer werd ingesmeerd met een mengsel van waterverf, eikenbast en omhulsels van walnoten.
Vervolgens zorgden de blote voeten van de Eibergse gemeenteraadsleden ervoor, dat er prachtige patronen op de vloer verschenen. In 1995 werd de lemen vloer van de deel aangebracht en de keitjesvloer van het woongedeelte gelegd. Nadat er geschilderd en gekiwit was (met een oude doek blauwsel op de witte muren aanbrengen), werd op 31 maart een tentoonstelling geopend, die gewijd was aan de oorlog en de bevrijding (50 jaar na dato)